EMOTIONELE WEERBAARHEID

(ZELF)VERTROUWEN

OVER DIT

Onderwerp

Zelfvertrouwen vormt de basis van persoonlijke groei en sociale veerkracht. Jongeren die vertrouwen hebben in zichzelf, durven keuzes te maken, grenzen aan te geven en uitdagingen aan te gaan. Toch worstelen veel jongeren met onzekerheid: ze vergelijken zich met anderen, twijfelen aan hun kunnen of zijn bang om te falen. Dat is normaal — maar juist daarom is het belangrijk om te leren bouwen aan vertrouwen, stap voor stap.

In deze les begeleid jij jongeren bij het ontdekken wat zelfvertrouwen eigenlijk betekent: niet denken dat je alles kunt, maar geloven dat je met alles om kunt gaan. Ze leren hun sterke kanten herkennen, realistisch naar hun fouten kijken en situaties zien als kansen om te groeien in plaats van bedreigingen.

Daarnaast richt deze training zich op vertrouwen in anderen. Want vertrouwen bouw je niet alleen in jezelf, maar ook in de relaties om je heen. Door samen te werken, elkaar te steunen en open te communiceren, ervaren jongeren dat wederzijds vertrouwen veiligheid en verbinding creëert.

Als trainer help je jongeren experimenteren met nieuw gedrag, succeservaringen opdoen en omgaan met twijfel of tegenslag. Het doel is dat zij zichzelf gaan zien als iemand die het waard is om op te vertrouwen — én die dat vertrouwen ook aan anderen durft te geven. Zo groeit het zelfvertrouwen van binnenuit, en wordt het fundament van een sterke, positieve groepsdynamiek gelegd.

Doelstelling training:

Hoofddoel: Vertrouwen ontwikkelen in jezelf én in groepsverband door middel van fysieke uitdagingen en samenwerking.

Subdoelen:

Ervaren wat het betekent om op een ander te vertrouwen.

Leren samenwerken onder onzekere of spannende omstandigheden.

Bewustwording over eigen spanning en het leren reguleren daarvan.

Draaiboek

TRAINING

In dit gedeelte vind je de uitwerking van de training per onderdeel. Elk blok is volledig beschreven met een duidelijke instructie voor de trainer en aanvullende coachondersteuning. Zo weet je precies wat je stap voor stap kunt doen, welke werkvormen je inzet en hoe je deelnemers het beste begeleidt.

Dit draaiboek geeft je houvast, maar biedt ook ruimte om in te spelen op de groep en jouw eigen stijl als trainer.

Introductie

Doel: Thema ‘vertrouwen’ introduceren en koppelen aan het ultieme einddoel.

Instructie:

Vraag aan de groep: “Wanneer voelde jij je weleens afhankelijk van een ander?”

Korte uitleg: vandaag gaan we oefenen met letterlijk en figuurlijk vertrouwen geven én ontvangen.

Ondersteuning voor de coach:

Praktisch: Creëer een veilige setting en bouw rust in bij uitleg.

Didactisch: Verbind het thema vertrouwen met eerdere lessen (grenzen stellen).

Organisatorisch: Zorg voor voldoende materialen zoals blinddoeken, matten, toverkoorden.

Verwachting: Coach observeert scherp op signalen van spanning of onveiligheid.

WARM UP: SPIEGELSPEL

Opdracht:

Deelnemers vormen duo’s of drietallen.

Eén persoon voert bewegingen uit (uitbeelder), de ander(en) spiegelen dit synchroon.

Wissel na een minuut van uitbeelder.

Doel: Invoelen en afstemmen op een ander; non-verbaal vertrouwen oefenen.

Ondersteuning voor de coach:

Praktisch: Laat deelnemers verspreid in de ruimte staan.

Didactisch: Wijs op lichaamstaal: “Hoe kun je duidelijk maken wat je gaat doen?”

Organisatorisch: Wissel snel door, stimuleer afwisseling van partners.

Verwachting: Coach stimuleert reflectie: “Wat werkte goed, wat minder?”

KERN 1: VERTROUWENSSPELEN

Variant 1: Mijnenveld

Opdracht:

Maak duo’s. Eén deelnemer is geblinddoekt, de ander begeleidt verbaal.

Leg ‘mijnen’ neer (hoedjes, touwen, matjes). Het geblinddoekte kind loopt door het veld via aanwijzingen van de ander.

Wissel na 1 ronde.

Doel: Vertrouwen in een ander, verbale communicatie versterken.

Variant 2: Blind vertrouwen parcours

Opdracht:

Maak groepjes van 4-5 personen.

De helft krijgt een blinddoek, de rest begeleidt door een hindernisbaan.

Na elke ronde wordt één extra deelnemer geblinddoekt, tot iedereen blind is.

Doel: Vertrouwen op groepsinstructie en eigen durf vergroten.

Variant 3: De Plank

Opdracht:

Eén deelnemer staat in het midden van een kleine kring.

Doet ogen dicht en laat zich als plank langzaam naar voren vallen.

De kring duwt de deelnemer zacht terug.

Doel: Fysiek vertrouwen geven en ontvangen.

Ondersteuning voor de coach:

Praktisch: Zorg voor matten en toezicht bij elke oefening.

Didactisch: Reflecteer op samenwerking: “Hoe communiceer je vertrouwen?”

Organisatorisch: Groepen max. 4-6 deelnemers per station.

Verwachting: Coach benadrukt dat ‘nee’ zeggen ook oefenen in vertrouwen is.

COOLING DOWN: PARACHUTESPEL

Opdracht:

Alle deelnemers houden samen een parachute vast.

In het midden worden voorwerpen gelegd (bal, blokjes).

Doel is om als team deze objecten zo lang mogelijk in de lucht te houden.

Doel: Gezamenlijkheid, lachen en het creëren van een positief groepsgevoel.

Ondersteuning voor de coach:

Praktisch: Zorg voor voldoende ruimte en materiaal.

Didactisch: Wijs op timing, samenwerking en afstemming.

Organisatorisch: Voer meerdere korte rondes uit.

Verwachting: Coach stimuleert enthousiasme en reflectie op groepsprestatie.

SAMENVATTING EN AFSLUITING

Reflectievragen:

Wanneer voelde jij je echt veilig vandaag?

Wat vond je spannend, maar heb je toch gedaan?

Thuisopdracht:

Vul in het werkboek 5 dingen in waar jij trots op bent. Denk aan momenten waar jij op jezelf vertrouwde.

trainingsbenodigdheden

Een goede voorbereiding is de sleutel tot een succesvolle training. Hier vind je een overzicht van alle materialen en hulpmiddelen die je nodig hebt om de lessen soepel en effectief te verzorgen. Door vooraf te checken of je alles bij de hand hebt, kun je je volledig richten op de groep en de uitvoering van de training. Zo creëer je rust, overzicht en de ruimte om echt met de jongeren aan de slag te gaan.

Deze pagina is jouw praktische checklist: alles wat je nodig hebt om de training inhoudelijk sterk en organisatorisch soepel neer te zetten.

Niet afwachten, maar nu het heft in eigen hand nemen. Zorgen voor jezelf en je gezondheid en leren hoe je dat moet doen. Want als je niks doet, verandert er ook niks.